Gamification - voor betere schoolprestaties
Een van de manieren om leren leuk te maken en de aandacht van leerlingen vast te houden, lijkt gamification te zijn. Van leren een spelletje maken, maar hoe doe je dat?
School is in theorie een groot spel: behaal de juiste score (cijfers) en ga een level up (naar de volgende klas). Helaas ervaren leerlingen school niet op deze manier. We leren van kleins af aan eigenlijk al in een speelvorm, denk bijvoorbeeld aan blokken in verschillende vormen die in de doos gestopt moeten worden. Dit is een spel waarbij je als klein kind al logisch leert nadenken.
Een ander mooi voorbeeld is memory, de naam van het spel zegt eigenlijk al genoeg. Toch is memory spelen leuker dan een lijstje in je hoofd proberen te stampen. Met de videogames die tieners nu spelen, leren ze samenwerken en probleemoplossend denken. Zoals de meesten van ons ook wel weten leren we eigenlijk beter als we iets anders doen naast alleen maar lezen. Zelfs fitness is onderdeel van een “game”-ervaring: activity trackers houden allerlei statistieken bij, die vervolgens worden gebruikt om vooruitgang te meten en eventueel een competitie aan te gaan met vrienden, familie en soms met onbekenden. En hebben we vroeger niet allemaal met Lego of andere blokken gespeeld? Hiermee hebben we allemaal creatief denken, oplossingsgericht denken en plannen geleerd, om maar een paar dingen te noemen.
Het is natuurlijk niet de bedoeling dat de klas een grote speeltuin gaat worden, maar gamification geeft docenten wel de mogelijkheid om op een creatievere manier les te geven. Het doel van gamification is niet om van de les een computerspel te maken, het doel is om leerlingen meer te motiveren en te prikkelen, waarbij je gebruikmaakt van elementen van een computerspel, bijvoorbeeld een puntensysteem, levels, bonussen en scoretabellen, allemaal elementen van een spel waar iedereen mee bekend is.
Gamification is iets anders dan game-based learning. Gamification heeft als hoofddoel leerlingen te motiveren met directe en snelle feedback. Bij game-based learning gaat het om lessen te ontwerpen met een competitief element in gedachten. Beide spelen een belangrijke rol in de klas en kunnen er uiteindelijk toe leiden dat leerlingen gemotiveerd zijn en zich betrokken voelen bij hun eigen leerproces. Voor tieners is het belangrijk dat ze snel feedback krijgen, het liefst direct; hun digitale wereld beweegt immers veel sneller dan de onze. Het leerproces moet worden aangepast naar de een sneller bewegende wereld.
Voorbeelden van gamification
Altijd al willen leren programmeren? Google heeft met Grasshopper daar een mooie optie voor. Iedereen kan op een toegankelijke manier én spelenderwijs leren hoe je computertaal schrijft. Maar het allerbeste voorbeeld is DuoLingo. Met DuoLingo kan iedereen een nieuwe taal leren, voor ieder behaald level ontvangt de “student” een badge. De badges moeten ook bijgehouden worden, herhaling dus, anders vervalt de badge. Een ideale manier om een taal te leren.
Natuurlijk zitten er ook onvolkomenheden in de app en is deze geen vervanging voor bijvoorbeeld de Engelse les. Het is wel prima om een taal te leren voor op vakantie.
Conclusie
Gamification is een mooie toevoeging aan de lesstof, maar zeker geen vervanging. Spelelementen toevoegen aan de manier van lesgeven lijkt, in ieder geval op dit moment, een van de beste manieren om leerlingen te stimuleren om meer te studeren. Simpelweg het gebruik van Kahoot! of een classroom game kan al een groot verschil maken. De leerlingen zullen er zeker meer plezier aan beleven.