Preview artikel 'De positieve focus in het onderwijs'

Door: Eva Kuiper

De afgelopen jaren is de rol van leerkrachten veranderd, afhankelijk van de onderwijsvorm. In meer traditioneel onderwijs moeten leerkrachten de stof goed kunnen uitleggen. In meer opdracht-gestuurd onderwijs is het belangrijker om te coachen, feedback te geven, te motiveren en leerlingen en studenten uit te nodigen actief aan het werk te gaan. Ook de vraag naar de rol van de ‘mentor’ neemt toe: iemand die leerlingen begeleidt bij zaken die niet direct met inhoudelijk onderwijs te maken hebben, maar meer met zaken als studievaardigheden of welzijn. Dit vraagt om andere skills dan waartoe we vaak zijn opgeleid. Hoe kunnen we leerlingen en studenten zo goed mogelijk begeleiden bij dit groeiproces? Hoe kunnen we optimaal met hen samenwerken, zodat we de beste omstandigheden creëren voor het opdoen van kennis en ze zich ontwikkelen op persoonlijk en sociaal vlak? En hoe kunnen de positieve psychologie en het oplossingsgericht werken ons helpen hieraan richting te geven?

In dit artikel lees je hoe je inzichten uit beide stromingen kunt inzetten om optimaal samen te werken met leerlingen en studenten, maar ook met andere betrokkenen, zoals ouders en collega’s.  

Leren te weten, leren te doen, leren te zijn en leren samen te leven, dat zijn de vier kerntaken van het onderwijs volgens de Internationale Commissie voor Onderwijs voor de 21e eeuw (Delors, 1996). 

Van deze vier kerntaken zijn de eerste twee vanzelfsprekend, de derde en vierde echter niet. Of misschien beter gezegd: ‘nog niet’. Met name de laatste twee kerntaken zijn belangrijk als het gaat om het bevorderen van het welbevinden en optimaal functioneren van leerlingen en studenten, niet alleen tijdens hun opleiding, maar ook nog lang daarna.

Het goede nieuws is dat de derde en vierde kerntaak – leren te zijn en leren samen te leven – langzamerhand meer vorm beginnen te krijgen. Er zijn twee stromingen, met name bekend uit de psychologie, die ons hierbij kunnen helpen: de positieve psychologie en het oplossingsgericht werken. Beide stromingen hebben een positieve focus en hebben tot doel mensen te helpen een betere toekomst te creëren en optimaal te functioneren. Overal waar wordt samengewerkt en waar er interactie is tussen mensen, kunnen deze inzichten worden toegepast. Ook het onderwijs kan inspiratie putten uit deze twee bronnen.  

Positieve psychologie 

De eerste stroming die centraal staat, is de positieve psychologie. Dit is de wetenschap van welbevinden en optimaal functioneren – van individuen, in relaties, in werk en in de maatschappij. Het is een grote wetenschappelijke stroming die zich bezighoudt met positief menselijk functioneren. Zij probeert te ontdekken wat voor grote groepen mensen geldt: Wat zorgt ervoor dat mensen welbevinden in het leven ervaren? Wat zijn de ingrediënten voor een goede relatie? Hoe werken teams het beste samen?  

Deze wetenschappelijke stroming bestaat uit geteste theorieën en valide onderzoek en is ontstaan in de jaren zeventig van de vorige eeuw als tegengeluid tegen de reguliere, traditionele psychologie. De grondleggers Martin Seligman en Mihály Csikszentmihályi (2000) stelden dat de psychologie zich niet alleen moest richten op klachten – stoornissen, diagnoses en zwakheden – maar een veel groter terrein zou kunnen beslaan waarin ook aandacht is voor wat er goed gaat. ‘Psychology is not just a health science: it could be larger‘, zei Seligman. ‘It is about work, education, insight, love, growth and play.’  

Daarmee wordt benadrukt dat de stroming een veel bredere toepassing verdient en inmiddels ook steeds meer krijgt. Tot voor kort was er vooral aandacht voor wat er mis is met mensen, organisaties en de wereld. Gelukkig zien we een steeds betere balans tussen de aandacht voor wat er mis is, zwaktes en beperkingen, en wat er goed gaat, sterke kanten en mogelijkheden: from wrong to strong. Inmiddels kent de positieve psychologie een groot aantal onderzoeken naar de constructen (ook wel ‘familieleden’ genoemd) die tot de positieve psychologie worden gerekend, zoals optimisme, welbevinden, dankbaarheid, veerkracht, flow, hoop, moed en positieve emoties.  

De positieve psychologie zegt niet dat er geen aandacht voor problemen, moeilijkheden of stoornissen zou moeten zijn of dat we onze kennis hierover zouden moeten vervangen. We zouden in ons veld, in het werken met cliënten maar ook met collega’s, een betere balans moeten vinden tussen praten over problemen en praten over wat er goed gaat. De positieve psychologie streeft ernaar om – naast het repareren van schade – net zoveel bezig te zijn met het ontwikkelen van sterke kanten en te focussen op mogelijkheden. Natuurlijk moeten we kijken hoe we uit de ‘minnen’ komen, maar daarnaast moeten we ook kijken naar de ‘plussen’ – en dat is een hele andere tak van sport. We moeten ons meer richten op de beste dingen in het leven, zeker gezien de negativity bias van onze hersenen: het feit dat we van nature meer gericht zijn op wat er niet goed gaat dan wat er wel goed gaat. Door meer te focussen op de ‘plussen’ vinden we ook meer aansluiting bij het leven van leerlingen en studenten: de pieken en dalen en alles daartussen.  

Echter, omdat deze stroming wetenschappelijk van aard is, ontbreekt nogal eens de vertaling naar een concrete aanpak. Bijvoorbeeld: we weten uit onderzoek dat er een positieve relatie bestaat tussen dankbaarheid en welbevinden, maar wat kunnen we er nu mee? Hieronder volgt wat meer achtergrond over dankbaarheid met verderop een toepassing, genaamd: dankbaarheidspingpong.

Dankbaarheid 

Dankbaarheid is niet iets nieuws: het werd uitgebreid besproken door filosofen, van wie er één dankbaarheid zelfs ‘de moeder van alle deugden’ noemde. Ook speelt het een rol in veel religies waaronder het christendom, jodendom, islam, hindoeïsme en boeddhisme. Boeddha noemde dankbaarheid zelfs een kernaspect van een edel persoon.  

Je kunt dankbaarheid voelen als je iets van een ander krijgt, als die persoon dat uit eigen beweging heeft gedaan. Maar het kan ook zijn dat we waardering voelen voor iets dat we hebben of meemaken.  

Door de opmars van de positieve psychologie is het onderzoek naar dankbaarheid snel toegenomen. Zo weten we nu dat dankbaarheid in sociale relaties op verschillende manieren bevorderend werkt voor iemands welbevinden. Allereerst houdt het veranderingen in sociale relaties in de gaten: dankbaarheid voelen als je iets van iemand krijgt, is een signaal dat je iets vertelt over de onderlinge balans. Ook zet het aan om iets terug te doen en dus socialer te zijn, wat goed is voor de relatie. Bovendien zal dankbaarheid uiten naar de ander voor wat hij of zij voor jou heeft gedaan, er ook voor zorgen dat de ander zich gewaardeerd voelt. Hierdoor neemt de kans op goede daden van de ander in de toekomst mogelijk ook weer toe. 

Dankbaarheid is niet alleen iets wat beoefend en uitgebreid kan worden binnen sociale relaties, maar ook iets waar je zelf aan zou kunnen werken. Uit onderzoek bleek dat wanneer mensen een week lang vijf dingen noteerden waarvoor ze dankbaar waren, ze minder lichamelijke klachten rapporteerden, ze meer waren gaan sporten, ze meer tevreden waren over het leven nu en meer optimistisch over de toekomst in het algemeen (Emmons & McCullough, 2003). Zelfs een simpele interventie van een week heeft effect op emotioneel en lichamelijk welbevinden. Uitkomsten uit dit onderzoek en uit andere onderzoeken suggereren dat het uiten van dankbaarheid blijvende gevolgen kan hebben voor de hersenen.  

Dankbaarheid is ook gerelateerd aan andere positieve emoties, zoals tevredenheid, geluk, trots en hoop. Wanneer je focust op waarvoor je dankbaar bent, zal het leven meer voldoening geven, meer zin hebben en productiever zijn (Emmons & Crumpler, 2000). Ook draagt dankbaarheid bij aan veerkracht, door jezelf er met regelmaat aan te herinneren dankbaar te zijn, ook al zit het leven tegen.

Delors, J. (1996). Learning: The treasure within. Report to UNESCO of the International Commission on Education for the Twenty-first Century. Parijs: Unesco Publishing.  

Emmons, R.A., & Crumpler, C.A. (2000). Gratitude as a human strength: Appraising the evidence. Journal of Social and Clinical Psychology, 19(1), 56-69. 

Emmons, R.A., & McCullough, M.E. (2003). Counting blessings versus burdens: An experimental investigation of gratitude and subjective well-being in daily life. Journal of Personality and Social Psychology, 84, 377-389. 

Seligman, M.E.P., & Csikszentmihalyi, M. (2000). Positive psychology: An introduction. American Psychologist, 55, 5-14. 

Wilt u het volledige artikel lezen?

Vraag dan hier een gratis exemplaar van het magazine mbo Zorg en Welzijn aan.